Wetgeving met betrekking tot overlijden in België

Wetgeving met betrekking tot overlijden in België

Iemand dierbaar verliezen behoort tot de hardste en moeilijkste momenten in ons leven. Het is een ervaring waarmee iedereen vroeg of laat geconfronteerd wordt.

Hier vindt u een leidraad die u kan helpen bij alle administratieve formaliteiten die komen kijken bij een overlijden.

  • Wie zorgt er bijvoorbeeld voor de aangifte van het overlijden?
  • Wordt er gekozen voor een crematie of een begrafenis?
  • Misschien moet er wel een nalatenschap of erfenis geregeld worden.
  • En hoe zit het met de belastingaangifte?
  • ...

Over al deze onderwerpen vindt u hieronder de nodige informatie.

Vaststelling

Een overlijden moet officieel vastgesteld worden. Als het overlijden thuis gebeurt, dient u uw huisarts of de dokter met wachtdienst te waarschuwen. Hij of zij zal het overlijden vaststellen en een overlijdensattest opmaken en ondertekenen. Bij een overlijden in het ziekenhuis zal men daar voor het overlijdensattest zorgen.

Indien de overledene besliste zijn/haar lichaam aan de wetenschap te schenken of organen af te staan, moet u het ziekenhuis hiervan zo vlug mogelijk op de hoogte brengen.

Aangifte

Het overlijden van een persoon moet zo snel als mogelijk aangegeven worden bij de dienst Burgerlijke Stand van de gemeente waar hij of zij overleden is.

Over het algemeen zorgt de begrafenisondernemer voor de overlijdensaangifte en alle administratieve formaliteiten.

Voor een aangifte moet u de volgende documenten meenemen:

  • Het overlijdensattest dat de dokter heeft geschreven
  • De identiteitskaart van de overledene
  • De identiteitskaart van de aangever
  • Het trouwboekje van de overledene
  • Het rijbewijs van de overledene
  • Eventueel een laatste wilsbeschikking van de overledene
  • Bij een verdacht of gewelddadig overlijden moet u de volgende extra documenten meenemen:
    • een proces-verbaal van een officier van de politie
    • de toelating tot begraven of crematie van de procureur des Konings

Overlijdensakte

Een akte van overlijden bewijst het feit van het overlijden en stelt de identiteit van de overledene vast. Zonder deze akte kan de ambtenaar van de burgerlijke stand de toestemming tot vervoer en begraving of crematie van de overledene niet geven.

De overlijdensakte wordt opgesteld in de gemeente waar de persoon is overleden. De gemeente in kwestie stuurt de akte daarna door naar de gemeente waar de overledene woonde.

Een overlijdensakte wordt opgesteld en ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de plaats van het overlijden. Ze wordt ook overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de laatste woonplaats van de overledene.

U kunt een uittreksel of afschrift van de overlijdensakte aanvragen bij het gemeentebestuur waar de akte van overlijden is ingeschreven.

Administratieve afhandelingen

Denk eraan om de volgende personen of instellingen op de hoogte brengen van het overlijden:

  • De bank
  • De notaris
  • De verzekeringsmaatschappij
  • Het ziekenfonds
  • De pensioendienst
  • De belastingen
  • De huiseigenaar
  • De watermaatschappij
  • De leverancier van gas en elektriciteit …

Voor meer inlichtingen kunt u terecht bij de dienst Burgerlijke Stand van uw gemeente of op deze websites:

Na een overlijden kan een stoffelijk overschot gecremeerd worden. Bij een crematie wordt het stoffelijk overschot verbrand in een crematorium.

U kunt de crematie zelf regelen of u kunt een beroep doen op een begrafenisondernemer. Begrafenisondernemers zorgen voor de volledige afhandeling en administratie van de crematie. Alle informatie over begrafenisondernemers in België vindt u op www.funebra.be.

Aanvraag tot crematie

Om een overledene te cremeren, moet u de toestemming hebben van de ambtenaar van de dienst Burgerlijke Stand van de gemeente waar de persoon overleden is.

De begrafenisondernemer zorgt meestal voor deze aanvraag en het vervoer naar het crematorium.

Bij een aanvraag tot crematie moeten volgende documenten bijgevoegd worden:

  • Een attest van de arts die het overlijden heeft vastgesteld, met de aanduiding of het gaat om een natuurlijk, gewelddadig of verdacht overlijden.
  • Wanneer een natuurlijk overlijden werd vastgesteld, is er een tweede verslag nodig van een door het gemeentebestuur aangestelde arts.
  • Bij de vaststelling van een gewelddadig of verdacht overlijden is een toelating tot crematie van de procureur des Konings nodig .

De as van het stoffelijk overschot

Volgens de wet mogen de nabestaanden de as van het stoffelijk overschot:

  • In een urne plaatsen. Deze urne kunt u begraven op een begraafplaats of bijzetten in een columbarium op een begraafplaats.
  • Uitstrooien op de strooiweide van een begraafplaats
  • Uitstrooien op de aan het grondgebied van België grenzende territoriale zee
  • Naar het buitenland overbrengen
  • De overledene kan ook op voorhand schriftelijk bepaald hebben om de as op een andere plaats te begraven, te bewaren of uit te strooien. De overledene kan dat bepaald hebben in een testament, of hij of zij kan daarvoor bij leven een verzoek ingediend hebben bij de gemeente.
  • Ook de nabestaanden kunnen ervoor kiezen om de as te begraven, te bewaren of uit te strooien op een andere plaats. In dat geval is een gezamenlijk schriftelijk verzoek vereist van:
    • De echtgenoot of van diegene met wie de overledene een feitelijk gezin vormde.
    • Alle bloed- of aanverwanten van de eerste graad.
    • Als het om een minderjarige gaat is een schriftelijk verzoek van de ouders of voogd nodig.

Zo een schriftelijk verzoek moet ingediend worden bij de gemeente alvorens de crematie plaatsvindt.

Concessies

Als u de assen van een stoffelijk overschot voor een bepaalde periode wil laten begraven of laten bijzetten in een columbariumnis op een begraafplaats, moet u een concessie aanvragen. De gemeente bepaalt de duur van de concessie, met een maximum van vijftig jaar.

Indien u geen concessie aanvraagt, kan het graf verwijderd worden of de columbariumnis leeggemaakt worden na een periode van tien jaar.

Een concessie moet u aanvragen bij het gemeentebestuur van de gemeente waar het stoffelijk overschot begraven zal worden. Na betaling aan de gemeente krijgt u de concessie toegekend.

Als de termijn van de concessie verstreken is, wordt het graf ontruimd. Hernieuwingen zijn mogelijk.

Voor meer informatie raadpleegt u het best de dienst Burgerlijke Stand van de gemeente van begraving of een begrafenisondernemer.

U kunt ook een kijkje nemen op volgende websites: